Eén bouwplaatsinrichting, meerdere projecten
“Dit is een project waar het draait om ‘verder-denken’”, vertelt Rudy. Wat is er op deze bouwlocatie in Maassluis aan de hand? “We weten nu al dat er op deze locatie meerdere bouwvlekken aankomen. In overleg met de opdrachtgever gaan we de units centraal plaatsen. Het unitpark voedt zo twee verschillende werken: Ebro en Ceres. En dan komt Het Baken er ook nog aan. Dus drie werken die we met één ketenpark bedienen. Maar dat is nog niet alles, want het aflopende werk van grondgebonden woningen en een groot appartementencomplex Neerlandia wordt eveneens afgewikkeld in dezelfde keten. De eigen keet van Neerlandia is namelijk al weg.” Zaak dus om de unitketen zo centraal mogelijk neer te zetten, maar dat geldt ook voor de nutsvoorzieningen. De waterput is centraal neergezet, zodat ook de komende bouwvlek daar gebruik van kan maken. Dus: één unitpark dat wordt gebruikt voor de bouwactiviteiten van Neerlandia, Ebro, Ceres en in de nabije toekomst waarschijnlijk ook Het Baken.
Voordeel
Het voordeel van deze manier van werken laat zich eenvoudig raden. Rudy: “Het scheelt heel veel verplaatsingen, opnieuw neerzetten en aansluiten, en weer de nuts aanvragen. Dan moet je alles steeds opnieuw doen. Het is daarom belangrijk dat als er meerdere werken in dezelfde omgeving opstarten, de zaken goed voor te bereiden zodat onnodig dubbel werk én bijbehorende kosten kunnen worden voorkomen.” De watermeter dient nu voor het unitpark zelf en het werk aan Ceres en Ebro. Als ie na oplevering niet in de weg staat kan de put ook nog worden ingezet voor werk Het Baken.
Inrichting omgekeerd
Belangrijk is ook de manier van afschalen. Rudy legt uit: “Bij het opleveren van de woningen wordt er afgeschaald richting de nutsvoorzieningen, voor zover dat mogelijk is. Dus: de woningen die als eerste worden opgeleverd zitten aan het einde van kabel en leiding. Het is dan alleen een kwestie van dienstkraan en verdeelkast weghalen, de rest van de installatie blijft dan gewoon leven. In volgorde van uitrollen rollen we het ook weer terug. Geruisloos afschalen dus.”
Stijgleidingen
“Hier gaat het vaak fout op de bouwplaats. Rondom de bouwplaats leggen we een ring van nuts. Maar bij hoogbouw komt er nog een extra aandachtspunt bij, want dan ga je met je nuts ook omhoog in de kern van het gebouw. In onze ‘nuts-ring’ zijn voldoende water- en elektrapunten die voldoende zijn voorbereid om door de fundering heen gelegd te worden tot in de kern, zodat je met deze nuts omhoog kan.” Dat is op zich geen probleem. Wat wel een probleem is, is dat in de bouwlagen vaak geen sparingen zijn gemaakt. Dan kun je dus niet meer binnendoor omhoog en dat is wat je juist graag wilt, want dan kan het gebouw zelf wind- en waterdicht worden gemaakt. Rudy: “Bij deze projecten zijn we bezig om ervoor te zorgen dat de benodigde sparingen op de werktekening staan. Als het daarin staat, komt de uitvoerder het ongetwijfeld tegen. Wij geven aan hoe groot en waar de sparingen moeten komen.”
Definitieve lift
“En dan is er nog iets”, gaat Rudy verder. “Als de definitieve lift wordt geplaatst, moet ie getest worden met een aardlekvrije groep. Die kabel om te testen willen we ook graag tijdig aanleggen, gelijk met de stijgende leidingen. Als je dit allemaal niet doet, moet je weer allemaal aparte sleuven maken, gaten boren voor de leidingen en andere ellende. Op deze manier werken scheelt echt duizenden euro’s en een hoop irritatie.”